Angst bij jongeren klinkt voor veel ouders zwaarder dan het in eerste instantie lijkt. Maar voor jongeren zelf voelt angst vaak heel gewoon — iets wat ze al zo lang meedragen dat ze het bijna niet meer benoemen. Ze piekeren, voelen spanning, vermijden situaties of raken in paniek zonder precies te weten waarom. Hun hoofd staat bijna voortdurend in de “aan”-stand, en dat uit zich op momenten waarop niemand het verwacht: vóór school, tijdens groepswerk, bij een toets of simpelweg wanneer hun telefoon een melding geeft.
Wat angst zo verraderlijk maakt, is dat jongeren het goed kunnen verbergen. Ze gaan door, lachen met vrienden, doen wat moet — en toch zit er binnenin een druk die stilletjes groeit. De angst vertelt hen dat ze iets verkeerd zullen doen, iets niet aankunnen of dat anderen hen zullen beoordelen. Zelfs heel alledaagse dingen kunnen dan voelen als een uitdaging: naar de winkel gaan, antwoorden in de klas, nieuwe mensen ontmoeten, of een bericht openen waar ze tegenop zien.
Lichamelijk laat angst zich sterker zien dan woorden. Buikpijn aan de ontbijttafel, trillen bij een presentatie, een hoofd dat te vol zit om te slapen, een hart dat sneller gaat zonder reden… Jongeren begrijpen die signalen vaak niet. Ze denken dat er iets met hén mis is, terwijl hun lichaam eigenlijk gewoon aangeeft dat het te veel wordt.
De oorzaak van angstklachten is zelden één duidelijke gebeurtenis. Het ontstaat als een web van factoren die elkaar versterken: prestatiedruk, sociale media, perfectionisme, pesten, onzekerheid, verwachtingen, gevoeligheid, of een ervaring waarbij ze zich onveilig voelden. Jongeren hebben nog niet altijd de woorden om dat alles te duiden. Daarom lijkt het voor ouders vaak alsof angst “plots” opduikt, terwijl het in werkelijkheid langzaam opgebouwd werd.
Wat jongeren het meeste helpt, is dat hun angst serieus genomen wordt zonder dat het dramatisch wordt gemaakt. Ze hebben iemand nodig die naast hen staat in plaats van tegenover hen. Iemand die zegt: “Ik zie dat dit moeilijk is, en het mag moeilijk zijn. Je hoeft het niet alleen te dragen.” Als ze die ruimte krijgen, durven ze stap voor stap te onderzoeken wat hen bang maakt en hoe ze ermee kunnen omgaan.
Kortere begeleidingsmomenten — zeker online — werken hier vaak bijzonder goed. Jongeren voelen zich veiliger, hun hoofd blijft helder, en ze kunnen net genoeg delen zonder overweldigd te raken. Kleine stukken begeleiding, regelmatig en op maat, helpen hen om controle terug te vinden. Ze leren hun angst herkennen vóór die uit de hand loopt en ervaren dat ze wél invloed hebben op hoe ze zich voelen.
Angstklachten horen bij het opgroeien, maar hoeven geen rem te worden op hun leven. Met begrip, tijd en toegankelijke ondersteuning ontdekken jongeren dat angst niet de baas hoeft te zijn — dat ze sterker, moediger en veerkrachtiger zijn dan ze zelf geloven.
Reactie plaatsen
Reacties