Ademhalen is iets dat we doen zonder erbij stil te staan. Zoals een deur die altijd openstaat, maar die we zelden bewust gebruiken. Pas wanneer stress te hoog wordt, wanneer gedachten blijven razen of wanneer het lichaam moe wordt van al dat alert zijn, merken we hoe onze adem eigenlijk klinkt: snel, oppervlakkig, hoog in de borst. Het lichaam fluistert dan dat het te veel wordt, maar we horen het vaak pas wanneer we even stilstaan.
Er bestaat een manier van ademen die de interne ruis kan verzachten. Hartcoherentie noemt men het, ademen in een gelijkmatig, rustig ritme. Langzaam in, langzaam uit. Alsof je het lichaam vertelt dat er geen haast is. Geen dreiging. Geen alarm.
Wanneer je op die manier ademt, gebeurt er iets wat moeilijk uit te leggen is, maar gemakkelijk te voelen. Het hart begint rustiger te kloppen, de spanning in de spieren zakt wat weg, de gedachten worden minder hoekig en dwingend. Alsof er vanbinnen iemand een licht dimt. Niet als uitknop, maar als kalmering.
De nervus vagus, die ene lange zenuw die vanuit de hersenen het hart en de organen bereikt, luistert aandachtig naar dat ritme. Bij rustige ademhaling stuurt hij een simpel bericht terug: “Het is goed.” Dat bericht opent ruimte in een lichaam dat lang gespannen heeft gestaan. De adem wordt die zachte hand die het systeem terug op de rem zet.
Het mooie is dat je er niets extra’s voor nodig hebt. Geen ingewikkelde techniek, geen lang traject. Slechts enkele minuten in een ritme dat bijna muzikaal voelt. Vijf minuten per dag kan al verschil maken. Niet groots, niet spektakelachtig. Maar voelbaar. In het hoofd dat stiller wordt wanneer je naar bed gaat. In het lichaam dat minder opspringt bij elke mail, elk bericht. In die momenten waarop de dag je even niet overweldigt.
Ademhaling lost geen problemen op. Ze maakt ze wel draaglijker. Ze opent ruimte tussen prikkel en reactie. Tussen gedachte en paniek. Tussen vermoeidheid en instorting.
Sommigen beginnen ermee om stress te temperen en merken nadien dat ze anders leren voelen. Want wanneer de adem vertraagt, vertraagt het tempo van binnenuit mee. Het lichaam herinnert zich dat veiligheid ook een vorm van aanwezigheid is — dat je niet altijd vooruit moet, dat je niet altijd scherp moet staan.
Misschien is dat de meest bijzondere eigenschap van ademhaling: dat ze ons zonder woorden terugbrengt naar onszelf. Dat ze een brug slaat tussen denken en voelen. Dat ze, heel zacht en zonder haast, vertelt dat je thuis mag komen in een lichaam dat lange tijd heeft volgehouden.
Ademhalen is geen therapie op zich. Maar het is wel een deur naar herstel, telkens opnieuw, vijf minuten lang. En soms is dat precies genoeg voor een dag die anders te zwaar zou voelen.
Reactie plaatsen
Reacties